Eindelijk was het zover: de dag voor kerstmis 2021 besliste de Hoge Raad dat de spaartaks voor de jaren 2017 en 2018 in strijd is met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De spaartaks maakt een ongeoorloofde inbreuk op de eigendom en is in strijd met het gelijkheidsbeginsel.
Van een ongeoorloofde inbreuk op de eigendom is sprake als de fictieve vermogensinkomsten van de aanslag hoger zijn dan de werkelijke inkomsten uit het box 3 vermogen. De wettelijke regeling veroorzaakt ook ongelijkheid omdat beleggers met hoge rendementen van hun vermogen relatief laag worden belast, terwijl beleggers met lage rendementen hoog worden belast. Voor deze laatste groep beleggers is de spaartaks vaak hoger dan de vermogensinkomsten zodat zij moeten interen op hun vermogen om de belasting te betalen.
Het Kerstarrest gold voor de jaren 2017 en 2018, dus niet voor de eerdere jaren. Wel voor de latere jaren, want de belastingdienst heeft op 4 februari 2022 de bezwaren van het massaal bezwaar ook voor 2019 en 2020 gegrond verklaard. Bovendien heeft de staatssecretaris aan de Tweede kamer bericht het Kerstarrest ook onverkort toe te passen op de belastingaanslagen van 2021 en 2022.
De rechter heeft beslist dat rechtsherstel moet worden geboden. Maar hoe en aan wie?
Over ‘het hoe’ besliste de rechter dat de spaartaks over de werkelijke vermogensinkomsten moet worden berekend als deze lager zijn dan het forfaitair berekende voordeel uit sparen en beleggen van de aanslag. In de operatie rechtsherstel gaat de belastingdienst nu de vermogensinkomsten herberekenen van het werkelijk aanwezig spaargeld en belegd vermogen, met toepassing van nieuwe forfaits die voor spaargeld en schulden worden gebaseerd op actuele rentestanden. Zie het blog over de operatie rechtsherstel.
Over ‘het aan wie’ staat vast dat het Kerstarrest in ieder geval voor de volgende groepen geldt:
• de deelnemers aan het massaal bezwaar 2017-2020
• alle aanslagen 2017-2020 met spaartaks die op 24 december 2021 nog niet definitief vaststonden
• alle aanslagen 2017-2020 met spaartaks die op 24 december 2021 nog niet waren opgelegd
Als op 24 december 2021 de bezwaar- of (hoger) beroepstermijn of cassatietermijn nog niet was verstreken, stond de aanslag nog niet definitief vast. Als een bezwaar of beroep tegen de aanslag in behandeling was over een andere geschilpunt dan de spaartaks, stond de aanslag ook nog niet definitief vast. Voor al deze aanslagen gaat de belastingdienst de spaartaks herberekenen en eventueel verminderen.
De staatssecretaris heeft besloten het Kerstarrest ook toe te passen op de aanslagen 2021 en 2022. Dit gebeurt op dezelfde manier als voor de jaren 2017-2020; de spaartaks wordt verlaagd als de herberekening in uw voordeel is, en de belasting blijft bij het oude als de herberekening in uw nadeel is. Tot een hogere aanslag kan de herberekening niet leiden.
Voor de jaren 2023 en 2024 wordt het Kerstarrest ook toegepast. Daar komt een nieuwe Overbruggingswet voor die die najaar aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. De herberekening van het rechtsherstel zal voor die jaren ook worden toegepast, alleen kan dan wel een hogere aanslag worden opgelegd dan volgens de ‘oude’ wet. Dit laatste zal met name het geval zijn voor spaartaksbetalers die hun vermogen grotendeels hebben belegd.