Strijd met EVRM

Kerstarrest > Strijd met EVRM

De spaartaks kent sinds 2017 twee rendementsforfaits: voor spaargeld en beleggingen. Deze forfaits zijn gebaseerd op gemiddelde opbrengsten van enerzijds spaargeld en anderzijds beleggingen. Iedere spaartaksbetaler wordt verder geacht zowel te sparen als te beleggen. Dat is de fictieve vermogensmix waarin het aandeel van de beleggingen hoger wordt naarmate het vermogen groter is. Spaartaksbetalers die beleggen in risico-arme spaartegoeden en staatsleningen worden ook belast alsof zij hun vermogen deels hebben belegd. Zij kunnen het rendementen van beleggingen niet halen en moeten dus belasting betalen over inkomsten die zij niet hebben genoten. Zij worden gestraft met een zware belasting. De druk om risicodragend te beleggen is dan groot en zo wordt de vrije beschikkingsmacht over het vermogen te ver ingeperkt.
Beleggers die kiezen voor risico-arme beleggingen of door pech of onkunde ‘onder-rendement’ of zelfs verlies op hun vermogen hebben, moeten meer belasting betalen dan zij aan opbrengsten genieten. Voor hen is de spaartaks een zware last. Voor beleggers die door geluk of kunde hogere rendementen dan gemiddeld behalen is de box 3 belasting laag. Zij zijn fiscaal bevoorrecht. Deze ongelijke behandeling valt niet te rechtvaardigen.
Het recht op het ongestoord genot van het vermogen brengt mee dat de Staat zich niet ongelimiteerd mag mengen in de keuze waarop het vermogen wordt belegd.
Terug naar Kerstarrest