Kerstarrest > Rechtsherstel
In het Kerstarrest (ECLI:NL:HR:2021:1963) biedt de rechter rechtsherstel, hoewel dit in een dergelijk geval als regel wordt overgelaten aan de wetgever. De rechter vond dit nodig omdat de regeling niet alleen een ontoelaatbare inbreuk maakt op de eigendom maar ook het gelijkheidsbeginsel schendt, én omdat de regering in het regeerakkoord heeft aangekondigd dat de aanpassing van de wet niet vóór 2025 zal plaatsvinden.
Rechtsherstel 2017-2020 is geboden voor de spaartaksbetalers met werkelijke vermogensinkomsten die lager zijn dan het voordeel uit sparen en beleggen van de aanslag volgens de wet. De rechter moet in zo’n geval de compensatie in redelijkheid vaststellen. In het Kerstarrest heeft de rechter beslist dat in dat geval de spaartaks over de werkelijke vermogensinkomsten moest worden geheven.
Volgens het Kerstarrest (ECLI:NL:HR:2021:1963) moet de spaartaks over de werkelijke vermogensinkomsten worden berekend als deze lager zijn dan de box 3 inkomsten volgens de wet (het voordeel uit sparen en beleggen van de aanslag). De compensatie 2017-2020 is dan het verschil tussen de ‘oude’ spaartaks en de spaartaks over de werkelijke vermogensinkomsten. Als dit laatste bedrag hoger is dan de spaartaks volgens de wet, geldt de aanslag volgens de wet. Het rechtsherstel kan dus voor de jaren 2017-2022 niet leiden tot een hogere spaartaks dan volgens de wet.
De regering heeft besloten rechtsherstel te bieden door een geautomatiseerde herberekening van de spaartaks over de werkelijke spaartegoeden en beleggingen volgens de aangifte met toepassing van nieuwe forfaits voor spaargelden, schulden en beleggingen. Zie voor de precieze berekening het ‘Rechtsherstel’ en voor het tijdschema het ‘Spoorboekje’.